October 09, 2012
Spanje Ik ben nu ongeveer 10 dagen in Spanje en dus kunnen we wat meer over dat land gaan zeggen. Laten we met het fietsen beginnen. Ik weet eigenlijk niet waar ik het idee vandaan haalde dat Spanje een onaangenaam fietsland zou kunnen zijn. Soms staat er zo´n berichtje in de krant dat een fietsende Spanjaard van de snelweg is geplukt in Nederland, en dat hij verklaarde dat dat in Spanje normaal is. Ook raadt Paul Benjaminse gebruikers van zijn fietsroute af Barcelona in te fietsen.Maar weet je, als ik hier rondfiets lijken de fietsvoorzieningen en fietscultuur minstens zo goed geregeld als in België. In Namen moest ik van links invoegen op een vierbaansweg; dat is me in Spanje nog niet overkomen. Toch trekken mensen nooit een zorgelijk gezicht als je aankondigt dat je je op de fiets in België gaat wagen.In Peñafiel logeerde ik in een hostal, een Spaans overnachtingsconcept dat neerkomt op een eenvoudig hotel voor belachelijk weinig geld. Toen ik ´s avonds na zonsondergang door het stadje liep, zag ik hoe de Spanjaarden dan naar buiten komen, de hond uitlaten, elkaar begroeten en praatjes maken. En hoe het mannelijke en 8- tot 16-jarige deel van hen daarbij de mountainbike meeneemt, zonder licht of helm maar met een bunnyhop bij elke verkeersdrempel naar de dichtstbijzijnde plaza racet, om daar indruk te gaan maken met freestylemoves. Het staat in schril contrast met de burgermannetjes die je soms met reflectiehesje en helm rustig naar het werk ziet fietsen.Spanje is, in tegenstelling tot Amerika bijvoorbeeld, dus echt een buitenland. Mensen komen graag buiten, vinden het echt niet erg om een stukje te wandelen, en geven om de openbare ruimte die goed wordt aangekleed met bankjes en fonteintjes.Het blijkt ook dat in Spanje eigenlijk nog minder mensen een buitenlandse taal spreken dan in Frankrijk, waar Nederlanders al zo graag over klagen. Waar in Bordeaux mensen vaak Engels tegen mij gingen praten als ze mijn houterige Frans hoorden, moet ik in Pamplona en Salamanca altijd Spaans praten terwijl ik dat helemaal niet kan. Ik leer snel wat de steekwoorden zijn in standaardsituaties zoals in een restaurant, maar dingen die niet standaard zijn kunnen grappig worden. Zo is tienda zowel "tent" als "winkel". Dus bleef de boer die ik wilde vragen of hij een plekje voor mijn tent had, maar zinnen terugzeggen waarin de woorden domingo ("zondag") en cerrado ("gesloten") voorkwamen. Gelukkig had zijn zoon een helder moment, waarop de boer mij in de 4WD een prachtige kampeerplek in de heuvels toonde. En hij bood ook nog spontaan zijn wastafel aan.Toen ik gisteren de laatste 30 km naar Salamanca reed, hoopte ik daar eindelijk even mensen tegen te komen die Engels spreken, maar dat viel tegen. Ik kon een volgens hostelworld.com goed aangeschreven backpackershostel niet vinden en ging dus maar naar de Hostelling International-jeugdherberg die in de OpenStreetMap op mijn telefoon staat. Hoe erg kan dat zijn in een toeristische studentenstad? Nog steeds zo erg dat het personeel alleen steekwoorden-Engels spreekt en de enige gemeenschappelijke ruimte een eetzaal met plastic tuinstoelen zonder daglicht is. Je kon kiezen tussen slaapzalen met 20 man of een eigen kamer. Nou heb ik geen probleem met een paar kamergenoten, maar met z´n twintigen heb ik geen idee of je nog een oog dichtdoet. Dus lig ik nu in mijn eentje en ziet het er somber uit qua engels-, duits- of nederlandstaligen ontmoeten.Daarvoor moest ik nogal nodig naar de WC (als je liever verhalen leest die beginnen met "Er was eens" en waarin lichamelijke noodzaken worden verzwegen, moet je even een paar alinea´s overslaan). OpenStreetMap wist een openbaar toilet, en daar fietste ik maar meteen heen. Het toilet eiste echter een muntje van 20 cent dat ik niet had. Ik ging dus naar een nabijgelegen cafe. Ik had geen zin in ge-emmer in het Spaans in een lichtelijk genante situatie en rende meteen naar het toilet. De kroegbaas keek mij echter boos aan en blafte iets van "wat wil je drinken?" (het woord beber kwam erin voor). Ik probeerde te zeggen waar het op stond, iedereen in Spanje deed daar tot nu toe begripvol over: "No beber. Solo toilet.". De kroegbaas blafte weer iets dat ik niet verstond en zei toen op nog steeds onaardige toen wijzend "¡Venga!". Ik loop dus door naar het toilet. Nu voel ik mij door de hele situatie niet zo op mijn gemak, waardoor het nogal moeilijk gaat. Reken daarbij dat dat gefiets veel brood kost en volkorenbrood hier niet te vinden is. En dat de WC zoals vaak ten zuiden van Brussel geen bril heeft. Het duurt dus even, iets waar Spanjaarden blijkens de lichtknoppen die maar een minuut licht geven nooit last van hebben. En daarom komt even later de kroegbaas op hoge toon voor de deur informeren."¡Que pasa?" versta ik nog. Inmiddels is het gelukkig wel gelukt wat ballast te lozen en ik loop gauw door naar buiten. De man loopt naar de kast met drankjes en trekt hem open, maar ik sta al buiten. Als hij gewoon mij netjes die plee had laten gebruiken had ie een fooi gekregen, nu heeft hij mij achtergelaten met een rothekel aan dit schurftige kloteland.Het is voor het exotische reisgevoel ook wel eens leuk dat mensen totaal geen Engels spreken, maar ik vind het wel een beetje raar. In Nederland is Engels geen vreemde taal meer, het is domweg nodig om als zelfstandig individu te functioneren. Ook hier zit de nieuwe fietsketting die ik heb gekocht in een eentalig Engelse verpakking. Ook de Spanjaarden luisteren Amerikaanse popmuziek. Ook de Spanjaarden leven onder de EU-verdragen die in het Engels zijn gesloten. Doordat ze geen Engels spreken, zijn ze toch vreemdelingen in hun eigen leefwereld? Belevenissen Goed, tot zover de Spaanse cultuur volgens Reinier. In Pamplona heb ik inderdaad de vestingwerken bekeken. Het is een gigantische citadel in een vijfhoek, en wie de stad binnen wilde moest vier bruggen over:Ik vind ook dat hier in Spanje de oude en nieuwe bebouwing en het landschap vaak goed bij elkaar passen. Bij de citadel kleuren de grijsbruine flats prima. Ik heb er helaas geen foto van, maar op de bergen ten zuiden van Pamplona staan heel veel (moderne) windmolens. Ik vind het een machtig gezicht. Vaak leidt dat soort plannen in Nederland tot protest: ons prachtige landschap gaat eraan! En dat terwijl dat landschap ook ooit door gedurfde ondernemersplannen is ontstaan.Het hostel in Pamplona is fantatisch; ik ontmoet er een Canadese die naar Santiago gaat lopen en een Duitser die onlangs zijn honderdste land bezocht heeft.Als ik Pamplona uit fiets laat ik voor de gein eens mijn telefoon een route verzinnen met OpenStreetMap. Gein krijg ik, want een zekere grapjas heeft een bij mountainbikers populaire steile zandweg als "fietspad" op de kaart gezet. Die mountainbikers nemen hem allemaal van boven naar beneden, maar de telefoon stuurt mij er van beneden naar boven overheen. Dat wordt dus duwen. Eenmaal boven komt mij een kudde schapen tegemoet. Ik stap af, maak ruimte en alles lijkt goed te gaan, tot ik de fietstas openmaak om het fototoestel eruit te halen. Dan verlegt namelijk de herdershond zijn aandacht van de schapen naar mijn lunchvoorraad waarvan de geuren ineens een weg naar buiten hebben. Er zit dus een hond op z´n kop in mijn fietstas te kwijlen, en hij luistert niet naar mijn gescheld in het Nederlands. Fysiek geweld initiëren tegen een onbekende hond lijkt mij niet slim, dus wacht ik maar. Na een tijdje sluit hij uit zichzelf weer bij de schapen aan. Het ondergekwijlde brood gooi ik met een sierlijke boog weg op het stoppelveld. En ik maak alsnog een foto:Buiten Pamplona zit ik op een drukke weg, en even ben ik bang dat Spanje zich nu toch als slecht fietsland gaat ontpoppen. Als ik echter de eerste drie dorpen buiten Pamplona heb gehad, is alle suburbane verkeer voorbij en zit ik alsnog op een rustig plattelandsweggetje. Dat weggetje begint ook nog eens behoorlijk te klimmen, want een nadere blik op de kaart leert dat Spanje helemaal vol ligt met allerlei Sierra´s die minstens zo hoog zijn als de westelijke Pyreneeën. Deze Alto de Etxauri is maar zeven meter lager dan mijn Pyreneeënoversteek:De foto is gemaakt door een toevallig passerende MTB´er. Misschien wordt het toch tijd voor een stoerdere fietshelm trouwens.Het landschap is hier echt Spanje volgens het boekje: bruine rotsen, bruine stoppelvelden. De soorten rots zijn in elke bergrug weer anders. Soms ziet het eruit als uitgestroomde lava.Rond zessen zie ik bij Acedo een camping die het hele jaar open is en een winkeltje heeft. Daar zet ik mijn tent maar neer. Een dorp daarvoor, in Ancín, was er geen levensmiddelenwinkel ondanks dat er wel wegwijzers naar het centro urbano (kerk, bankje, apotheek) waren, dus ik was een beetje zenuwachtig geworden over de bevoorrading op het Spaanse platteland.Bij Acedo liep een tot fietspad omgebouwde smalspoorweg en die pakte ik de volgende dag weer op tot bij Santa Cruz. Er zit een tunnel van een kilometer in, en hoewel er verlichting is, blijft die hardnekkig uit. Heb ik toch even iets aan mijn fietslamp ondanks dat ik altijd voor het donker onderdak zoek. Na Santa Cruz pak ik de weg naar La Población, en die weg klimt naar 960 meter boven zeeniveau. Dat is het hoogste punt in de route tot dan toe, maar de col heeft geen naam.Daarna krijg je een afdaling naar de rivier de Ebro, en het uitzicht is echt belachelijk mooi. Het dal staat vol met de wijngaarden voor de Rioja-wijn. Ze staan op terrassen die met stukjes wild struikgewas worden afgewisseld. Boven dit alles torenen de Sierra´s met hun bossen en rotsen uit. Ik hoop dat deze foto een idee geeft:Het vestingstadje La Guardía geeft ook al een Medina-achtig idee met nauwe straatjes op een heuveltop. Ik zie daar ook politie in vrij militaristische uniformen lopen waar wel een Baskische, maar geen Spaanse vlag op zit. Dat moet de Basken toch een warm gevoel van binnen geven. En dat terwijl de cultuur hier in het uiterste zuiden van Baskenland lang niet zo Baskisch lijkt als in het noordwesten van Navarra.Aan het eind van de middag doe ik inkopen in Nájera en pak dan de weg naar Salas de los Infantes. Die LR-113 begint net als de uitvalsweg van Pamplona als een drukke hoofdweg vol vrachtwagens, maar na twee uur wegfietsen van de stad is hij veranderd in een hobbelig landweggetje waar eens in het halve uur eens een terreinwagen langskomt. Salas de los Infantes is nog steeds tig kilometer en een bergpas weg, waardoor het nu als een exotisch fietsavontuur begint te voelen.De kampeerplaats is echter niet zo exotisch. Het dal is een nauwe rotskloof, begroeid met loofbomen in herfstkleuren. Dat is verschrikkelijk mooi maar biedt niet zo veel kampeerplek. Na een half uur vergeefs uitzien naar zo´n plek rij ik maar terug naar een picknickplek langs de weg. Ik had daar geen "verboden te kamperen"-bord gezien toen ik er eerst langs kwam, maar nu ik terugkwam was het prodentwitte bord met een tent en de letters "PROHIBIDO" niet te missen. Toch maar under the cover of night de tent neergepleurd tussen de koeien met koebellen en voor zonsopkomst weer afgebroken.Door het vroege vertrek reed ik door dat prachtige nauwe loofbosdal terwijl de zon langzaam vanachter de bergen tevoorschijn kwam:Terwijl ik de vele kilometers naar Salas de los Infantes wegtrapte kwam ik toch iets meer beschaving tegen dan ik had verwacht. Zo was daar Mansillas, een klein stadje waar ik nog een SRV-wagen trof waar ik perzikken kocht. Het was een paar decennia geleden helemaal verplaatst vanwege de aanleg van een stuwmeer. Door de lage waterstand kon ik nu het verdwenen Mansilla toch zien liggen:De bergpas tussen Nájera en Salas de los Infantes heeft weer geen naam, en is met 1240 meter weer een nieuw hoogste punt van de route. Ik bereik hem rond 12:15. Als ik Salas de los Infantes bereik, is het inmiddels siesta en zijn alleen nog een levensmiddelenwinkel en een tankstation open. Er is geen kleinschalige routekaart te koop. Ik besluit door te rijden naar Santo Domingo de Silos en het daar te proberen, maar daar blijkt geen boekwinkel te zijn. Ik heb dan dus alleen mijn telefoon en de grote kaart van Spanje (1 cm = 10 km) om de volgende dag te navigeren. We moeten het er maar mee doen.Gelukkig zijn de kampeergoden mij deze dag wel extreem goed gezind: voorbij Santo Domingo is er veel vlak begraasd dennenbos met prima tentplekjes. Ik kook weer een rijstprutje en val voldaan in slaap.De weg tussen Salas en Santo Domingo was trouwens weer een verschrikkelijk mooi dal. Deze keer met grijze rotsen waar hier en daar nog eens een dennenboom kan groeien:De volgende dag ga ik van het bergachtige landschap naar het glooiender gebied rond de rivier de Douro (Duero in het Spaans). Het landschap verhoudt zich hier tot Noord-Frankrijk zoals de Loirevallei zich verhoudt tot de Gelderse Poort: de mensen doen er ongeveer hetzelfde, hoewel de natuur duidelijk een stukje zuidelijker is. In het Dourodal wordt ook een hoop wijn verbouwd, en blijkbaar heeft die Duero-wijn een paar jaar terug hard geboomd. Dat maakt dat het hier een stuk rijker is dan het typische armoedige, ontvolkende Spaanse platteland dat ik eerst had gezien. Wijnboeren hebben vaak protserige bedrijfspanden in Vlaamse fermettestijl, of bijvoorbeeld deze grote toegangspoort:Het feit dat de gazons bij de panden nog perfect groen zijn in het verder dorre landschap, geeft aan dat de economische crisis ze ook nog niet al te hard raakt. De boeren bij het stoffige, slecht in de verf staande gebouw van de tarwecoöperatie moeten zich afvragen welke vreselijke zonde zij in een vorig leven hebben gepleegd om niet als wijnboer te reïncarneren.Omdat het landschap vlakker is, zie ik ook meer fietsers. Ik kan Peñafiel, eindhalte voor deze dag, weer over een vrijliggend fietspad over een middeleeuwse of romeinse boogbrug binnenrijden. Peñafiel ligt in de schaduw van een groot kasteel dat schijnt te zijn gebouwd tijdens de reconquista om een Douro-linie te maken. Ik kom hier dus bij het spotgoedkope hostal en zie al die kids op hun mountainbikes.Ik was speciaal naar een wat grotere plaats gereden om eens wat inkopen te kunnen doen, maar een routekaart blijkt verdacht moeilijk te vinden. Uiteindelijk vind ik na drie kwartier zoeken door steegjes alleen een 1 : 350 000-atlas van heel Spanje. Dat is nog steeds grootschaliger dan de autokaart van Nederland! Toch lijkt ongeveer alles wat relevant is voor de toerfietser erop te staan, dus koop ik hem maar. Voor het echte priegelwerk is de telefoon met GPS meestal toch handiger. Zolang het niet regent, maar van regen heb ik sinds de Pyreneeën niks meer vernomen. Het constant rond de 25 graden ´s middags. Eerst was het ´s morgens nog vervelend koud, maar nu krijg ik ook geen koude vingers meer bij het afbreken van de tent.In het dorp Olivares word ik aangesproken door een jonge man die vloeiend Engels spreekt en het heel cool vind dat ik van Nederland naar Marokko fiets. Even later komt hij terug met een flesje gekoeld water dat hij voor mij gehaald heeft. Dankjewel! Na Peñafiel kom ik in de buurt van de agglomeratie van Valladolid en daar begint het landschap helemaal een Nederlandse wending te nemen. Het Dourodal wordt breed en helemaal plat. Er is bosbouw van dennen op zandgrond, het doet gewoon aan de Veluwe denken.Wel is het een soort den die geen grove den en ook geen zeeden is. De algehele vorm is vrij loofboomachtig en de naalden staan omhoog als bij een zeeden. Foto: Iemand een idee?Er waren ook urbanisaciónes, een soort Vinexwijken, met woonerf-borden en vrijliggende fietspaden naar de dichtstbijzijnde dorpskern. Ben ik daar 2000 kilometer voor weg van huis gefietst!? Bij het dorp Mojados (waar net een fiesta was geweest, er werden tenten afgebroken en de terrassen zaten vol uitgelaten volk) zette ik in zo´n dennenbos de tent neer.De volgende dag koers ik verder naar Salamanca. Ik heb dit vlakke land wel gezien, ik wil door naar Extremadura, de reden dat ik naar het westen rijd. En ik wilde dus ook wel weer eens een echt gesprek voeren. Maar ik had geen zin in drie nachten achter elkaar in een hostel, dus ging ik niet de hele sprong naar Salamanca maken maar een paar uur rijden voor Salamanca ophouden.Eerst werd het landschap nog een stuk Nederlandser: er verscheen namelijk baksteen. Bakstenen kerken in renaissancestijl: je beseft het niet, maar dat soort dingen geeft je een acuut nederlandgevoel. Als je op een dorp afrijdt op een vrijliggend tweerichtingsfietspad naast een provinciale weg, in een zeer licht glooiend landschap, met een bakstenen kerktoren en een veevoersilo die je doel markeren; laten we eerlijk zijn, dan ben je toch in de Achterhoek? Of bij Valladolid dus.Ik zag ook dit dorpspleintje met bakstenen gebouwen. Als je bij de foto zet dat dit pleintje "Heuvel" heet in een dorp genaamd Grotendonk in Noord-Brabant geloof je het meteen:Het zijn volgens mij de boogjes van staande bakstenen boven de ramen die het perfect laten kloppen.Tussen alle nederlandsigheid passeer ik in het dorp Carpio ook een artistiek herbouwde moorse versterking. Het eerste stuk Arabische cultuur dat ik ontwaar!Naarmate ik van Valladolid wegrijd, wordt het land weer leger, zelfs hoewel ik dichter bij Salamanca kom. De weg van El Fresno (de werkelijke naam van het dorp met het Brabantse dorpsplein) naar Tarazona is zelfs onverhard, wat weer een typisch Spaans stoffig plaatje oplevert:Zo´n 10 km ten noorden van Cantalpino zie ik een mooie wildkampeerplek, maar bij nader inzien heb ik geen water meer. Ik rij dus door naar Cantalpino. Onderweg zie ik dat het station maarliefst zeven kilometer van dorp ligt! Het is gelukkig een vrij groot dorp met een geldautomaat, een slager en een bank. Dan moet er ook een bakker zijn. Ik rij zoekend een rondje door het dorp. Als ik langs het speeltuintje kom, komen alle kinderen aangerend. Ik zie net de bakkerij, dus als ze "¿Tu es perdido?" vragen, kan ik trots melden dat ik het inmiddels gevonden heb. Inmiddels komen ook de volwassenen aangeslenterd. Ik vertel weer dat ik uit Nederland kom, ja, helemaal op de fiets. Ik heet ze adios en ga weer. Vreemd is dat eigenlijk; zij vinden het zo te zien een hele eer dat je reis je in Cantalpino heeft gebracht, en willen waarschijnlijk best een kampeerplaats voor je regelen. Maar ik durf het niet te vragen. En zij willen zich niet te veel met mij bemoeien. Het lijkt wel een soort parabel over hoe we ons niet voor elkaar openstellen.Met dit soort gedachten rijd ik het dorp uit op zoek naar een verscholen kampeerplaats. Maar ik zie dat echt verscholen er niet in zit. Ik zie wel een boer met zijn zoon of knecht aan z´n trekker klussen. Ik vraag hem in gebroken Spaans of hij een plek weet. De rest van het verhaal is hierboven al verteld.De volgende dag (gisteren dus) fietste ik naar Salamanca. Dit keer de kaart in de telefoon zelf geïnterpreteerd en zo een mooie route langs de rivier de stad in gevonden. Die voert ook langs de oude romeinse brug met uitzicht op de gebouwen van de oude binnenstad (kathedralen, UNESCO-werelderfgoed, het gebruikelijke liedje):Ik hoor dat in Nederland het schaatsseizoen alweer begonnen is. Hier probeer ik ´s middags nog de zon zoveel mogelijk te mijden omdat hij te heet is. Toch kan het ook hier nog winteren. Ik zag dit krantenknipsel uit 1954 bij de fietsenmaker hangen. Het is van enkele dagen voordat Jeen van den Berg in Leeuwarden de Elfstedentocht won:22 graden onder nul, en de Rio Tormes kats dichtgevroren. Ik moet nog een eindje doorfietsen om echt winterveilig te zijn!Morgen ga ik dus maar eens naar de voet van de Sierra de Candelario, waar mij de Puerto de Honduras op 1430 meter wacht volgens de Michelin-atlas. Daarna ook nog de Sierra de Gredos oversteken en dan is daar het befaamde natuurpark van Monfragüe in Extremadura. Uiteindelijk hoop ik dan weer in zes of zeven dagen in Sevilla uit te komen en daar weer eens wat van me te laten horen!Tot slot de route:Marokko dag 18Find more Bike Ride in Pamplona, SpainFind more Bike Ride in Pamplona, SpainMarokko dag 19Find more Bike Ride in Mendaza, SpainFind more Bike Ride in Mendaza, SpainMarokko dag 20Find more Bike Ride in Anguiano, SpainFind more Bike Ride in Anguiano, SpainMarokko dag 21Find more Bike Ride in Espinosa De Cervera, SpainFind more Bike Ride in Espinosa De Cervera, SpainMarokko dag 22Find more Bike Ride in Pesquera De Duero, SpainFind more Bike Ride in Pesquera De Duero, SpainMarokko dag 23Find more Bike Ride in Mojados, SpainFind more Bike Ride in Mojados, SpainMarokko dag 24Find more Bike Ride in Cantalpino, SpainFind more Bike Ride in Cantalpino, Spain
October 01, 2012
This week I crossed the endless pine forests of Les Landes and the Pyrenees so that I am now in Pamplona. That involves crossing an international boundary again after it has been a bit silent on that front for a while: Contrary to all prejudices about Spain, it was cold, rainy and green there for the first bit. I wonder why none of the border crossings that I used had a typical EU logo sign with the country name. Did they decide to stop highlighting the borders with road signs, to demonstrate their insignificance?This week I took it a bit easier than the previous two. I started with an extra day of rest in Bordeaux to see the sights, find a charger for my photocamera and send postcards. The day before I had run into Robin Brodsky (freewheelingfem.blogspot.com), an American woman on her own doing the pilgrimage to Santiago de Compostella on a bike having started from northern France. On the second day we explored Bordeaux together. It was raining all day so there are few nice pictures. One I'd like to show is a photo of the Saint Croix, a cathedral in the romance style of the village churches in the Charente and Dordogne:I leave Bordeaux on Tuesday morning, having left Robin at the train station to take a train to Arcachon. Leaving the city was no problem, there was a bike path all the way to Léognan. When shopping there I noticed that the elderly woman had a Spanish-sounding accent in her French, pronouncing more consonants and rolling the r's. That actually makes it easier for me.The route for that day went over long, straight forest roads through the Landes, that big green stain in the bottom-left corner of the map of France. Sometimes there was a clearing with a few farming fields, like this huge bean with huge harvesting machinery:The price in the supermarket made me think that certain kinds of beans are hand-picked, but apparently that's not true. By the side of the road there were heaps of beans that had fallen off the trailer that would be worth €15 in the supermarket.At the end of that day I was looking for a campsite near Parentis-en-Born in a heavy shower. I eventually found it. I was greeted by an elderly couple who had not expected any customer to show up in this weather at this time of the year. They asked if I would not rather roll out my sleeping bag in the facilities building, but I built my tent anyway and cooked under the roof of an old machinery shed.At this campsite, there is an adventurer living in a caravan who is planning to ride a bike around the world. His name is Max and he is already in his sixties. Here is a photo of him with his MTB:The next day I rode from Parentis to Moliets-et-Maa. After Parentis I started following a bike route along the coast called Vélodyssee. After only a few kilometers, I encountered another loaded tourer who turned out to be Robin. We encountered a French couple who had managed to ride 3350 km on this bike route since it was opened last June. They helped us locate a shop that sells bread in Contis. It also had the famous issues of Charlie Hebdo that have long been sold out in more urban areas, but I figured it was not a good idea to take one of them to Morocco.I'm making a habit of visiting Textkernel employees' holiday destinations: this picture shows me with my bike and the ocean in Mimizan.On the campsite in Moliets Robin also demonstrated how to brush your teeth without leaving toothpaste traces, something I had been wondering about since wild camping in Scotland. It would be useful the day after.The next day we rode to Bayonne through the pines that were getting a bit boring. The forest at this point has hardly any species of tree or shrub in it that grows natively in The Netherlands. There are maritime pines, cork trees and rododendrons. Further south towards Bayonne, other little evergreens appear and the palm tree becomes a popular garden plant.In Hossegor there was an international surf event going on. Sadly the waves were not very high, but it is nevertheless spectacular to see the contestants ride their board through tubular waves.Bayonne is a medieval town that has low quays along the river that look a bit like Utrecht or Ghent:Robin stays in Bayonne to sleep in a pilgrims' shelter. I reserve a place for her over the phone in French. I feel so proud about my successfully making a phone call in French that I first cheer about that and only then tell Robin that they indeed have a place for her.Then I rode to Biarritz because Max (the round-the-world guy) had told me that it was one of the most beautiful places in the world. Indeed, it's beautiful, with the rocks, the Mediterranean green, fortifications and all the pompous hotel and casino buildings.I'd hoped to be able to find a campsite near Biarritz, but they were all very expensive beach holiday resorts and most of them were closed anyway. After trying four of them I did not want to ride back to the cheapest one and instead camped in a pasture near Arbonne. It was wonderful: an owl flew over my tent at some 10 meters away from me and sat down in the grass maybe 60 meters away. At night, there were sounds from rodents and roes around the tent. In the morning, two hunters walked across the field but they acted as if they didn't notice me.In Arbonne, the local nationalist hooligans have engaged in a traditional Belgian pastime:After Bayonne, Basque culture is everywhere. The houses are plastered white with cornerstones sticking out. Some of them have a visible timber frame. Many road signs are bilingual.After crossing into Spain near Ainhoa, Basque language gets even more prominent. In the Baztan valley, I even see shop windows that are monolingually Basque. Still, everyone I overhear speaks Spanish. I stop early at the youth hostel in Lekaroz (near Elizondo) because I prefer a warm shower to a cold wild camp near the top of the Puerto de Belate.At the youth hostel, the attendant speaks only elementary English and no French. So much for my hope that French can be of some use in Spain.The plan of waiting a day with the climb of the Puerto de Belate works really well. I climb up through the British-like landscape of green hills that I have been riding through since Bayonne. The rainclouds of yesterday are nowhere to be seen and the sun burns away the mist around 10:00. The village of Irurita looks like this:I reach the summit of the Puerto around 12:15. The pass is only 847 meters high, so the question of how "real" mountain passes feel on a loaded touring bike remains unanswered.It was Sunday, and contrary to France there were few shops open. I had lunch at restaurant (happily the waitress was fluent in English). I came there at 13:30, which is apparently still early for the Spanish.A bit later, the road begins to descend, and coming out of a bend, I am surprised to notice that the landscape that unfolds before me is the typical brown and dry Spanish landscape as we know it. So while I may say that traveling by bike is so great because you see all the intermediate states going from one landscape to the next, in this case it does not work that way. It takes just one curve in the road to go from the green foothills of the Pyrenees to the brown flats around Pamplona. These two pictures are less than an hour apart: Around 15:30, I rolled into Pamplona. I had had all sorts of nightmares about riding into and out of Spanish cities on a bicycle, but this was pretty much as easy as Utrecht. There was almost no traffic on Sunday afternoon, and while I was waiting for a traffic light on an empty boulevard that looked like Pyongyang, I noticed that there was actually a bike path running next to it. On the bike path, I overtook a boy of about ten years old, riding his bike unaccompanied and without a helmet. He didn't even pay attention to the sound of my bike bell, like a real Dutchie.Here in Pamplona, tourism is all about the Encierro, the running of the bulls. I'm three months late to that party however. I think I'll visit some of the really impressive fortifications after only quickly glancing at those of Namur and Bayonne.As for the route, due to messy software written by genius but impatient Russians, and negligience on my part, I only have meaningful route information for the first day out of Bordeaux and for the last few hours of the last day to Pamplona. Here they are:Bordeaux - ParentisFind more Bike Ride in Bordeaux, FranceFind more Bike Ride in Bordeaux, FranceHeuvels - PamplonaFind more Bike Ride in Ultzama, SpainFind more Bike Ride in Ultzama, Spain
September 24, 2012
Gisteravond kwam ik na een week cruisen van camping naar camping op het platteland binnengerold. Dat was best wel schrikken. In het begin is zo'n stad de vijand die je moet overwinnen om een slaapplaats te vinden. De stad werpt obstakels op, zoals volgeboekte hostels (eigen schuld, had ik ook maar een paar dagen tevoren moeten boeken), vierbaanswegen waar ik me ondanks ontbrekende verbodsborden toch maar niet met de fiets op waag, en locals die je scheldend op de toeristen voor de voeten lopen. Gelukkig was daar een puber op een fiets die mij kon vertellen hoe je fietsend de Garonne moet oversteken. Hij fietste zelfs nog een stukje mee. Ik was mijn leraressen Frans daar even heel dankbaar dat ze mij hebben geleerd hoe je "Comment on peut traverser la Garonne en velo?" zegt (met accent op de e, maar dat is mij op dit Franse azerty-toetsenbord met niet werkende alt, shift en control links toch echt te veel gevraagd).Toen ik dus bij het hostel had gezien dat het daar vol was, reed ik door naar een ander hostel dat zou bestaan volgens OpenStreetMap. Dat was echter een **-hotel met kamers voor 63 euro per nacht. Ik pakte alweer mijn fiets om door te rijden naar de stadscamping, toen er een moeder aller buien losbrak met wind- en regenvlagen die fietsen bijna en navigeren helemaal onmogelijk maakte. Dus heb ik vannacht heel lekker in dat hotel geslapen en ben ik vanmorgen naar het hostel verhuisd.Zo'n hostel is niet alleen leuk voor de prijs (het feit dat er geen stinkende, luidruchtige en hitsige kamergenoten zijn is die 40 euro extra meer dan waard). Het voordeel is vooral omdat je daar ook andere reizigers ontmoet met wie je ervaringen kunt uitwisselen en rustig een biertje kunt drinken. Wat dat betreft is een hotel helemaal een saaie boel en een camping nog beter.Op de campings heb ik wel wat leuke ontmoetingen gehad de afgelopen week. In Melun was daar Klaas, een Friese vrachtwagenchauffeur die ook graag rondfietst met de achterop de caravan meegenomen fietsen. We hebben wat bijgekletst over de leuke rustige D-weggetjes, de SAS survival guide (ook handig om een waslijn te spannen, hoor) en fietsen. Ik kreeg van Klaas ook nog een vracht e-book-bestanden, maar daar moet ik in het hostel dadelijk via wifi nog een reader-app voor installeren.Al met al was het dus heel huiselijk op de camping in Melun, met een waslijn, thee van de petroleumbrander, en een leuk leesboek om in de zon voor de tent te lezen.Toen ik weer vertrok uit Melun voelde het dan ook opnieuw of ik van thuis vertrok. De route voerde eerst door het Foret Domaniale de Fontainebleau, waar Maria van Textkernel volgens mij pas nog is wezen boulderen. Ik ben ook even off-road langs de keien gereden.Toen ik het bos weer uit kwam was ik in Barbizon, ooit een groot impressionistennest en volgens de informatieborden ook geboorteplaats van de natuurbescherming. Tegenwoordig lijkt het vooral bewoond te worden door mensen die aan de kunstliefhebbers willen verdienen. De bakkerij heet er galerie du pain en de prijzen zijn ernaar (maar het brood was goed te eten en de prijzen waren voor een warme bakker in Nederland heel redelijk geweest).In Malesherbe deed ik boodschappen bij een winkeltje van een Tunesier die een paar woorden Nederlands sprak. Kwam ik misschien uit Breda, of uit Roosendaal, vroeg hij. Volgens mij is het halve land hier aan de Nederlandse wiet verslaafd :). Eerder zat ik in Melun op een bankje in de zon toen er twee alcoholisten kwamen die iets riepen in de geest van "Hee gast, dat is ons bankje!". Toen ik plek voor ze maakte kwam er een naast mij zetten en we praatten even over wat ik aan het doen was. Toen hij vroeg naar waarom ik naar Marokko ging, kreeg ik zogauw niet in het Frans geformuleerd dat ik dat doe om het klimaat. Ik mompelde iets over september en hij begreep het al: "Ah, pour la recolte du cannabis!".Na het bos van Fontainebleau werd het vlakker en ik reed die eerste dag na Melun door tot de Loire in Chateauneuf-sur-Loire. Ik was in 2010 al eens in Orleans in het Loiredal geweest, en het was een mooi weerzien. Het is net de Gelderse Poort (het gebied waar de Rijn zich vertakt bij Arnhem/Nijmegen), maar dan natuurlijker en met een iets zuidelijker vegetatie met maretakken en acacia's. Je kunt er gewoon weer foto's maken van uiterwaarden met huisjes aan de dijk enzo. Het bos van de Sologne verheft zich aan de horizon als de Veluwe of het Reichswald thuis.Die Sologne had ik in 2010 ook al gezien, en ik was bang dat het saai zou worden: bijna een hele dag door het loofbos. Het was echter heerlijk rijden in de schaduw van de eiken over lege landweggetjes. In Lamotte-Beuvron kwam ik nog een andere fietsster met bepakking tegen die wat vrienden verspreid over Midden-Frankrijk was wezen opzoeken en nu op weg was naar huis in Chateauroux. Ze was van plan volgend jaar in Friesland te gaan toeren waar ze wat familie had wonen. Dat ik met haar een half uurtje samen opreed en een gesprek in het Frans gaande hield had ik even nodig voor mijn zelfvertrouwen qua taal, nadat de cassiere van de supermarkt in Lamotte-Beuvron op mijn pogingen Frans te spreken had gereageerd door "Excuse me!?" te roepen op een toon alsof ik mijn piemel op de boodschappenband had gelegd. Ik hou het er maar op dat dat komt door haar Franse accent en ze eigenlijk behulpzaam wilde zijn.Ik kwam terecht op een camping in Valencay. Het landschap werd daar al echt zuidelijker. Eerst zie je nog volrode Sologne-baksteen, daarna huizen met in lichte kleuren gepleisterde muren en niet-zo-schuine daken. Er verschijnen soms nieuwe planten, waarvan ik sommige ook niet meer herken. Zo zie je hier heel veel van deze besjes:Na Valencay reed ik door de Brenne, een nat natuurgebied, naar Le Blanc. Waar het een beetje nat is leggen Fransen graag vijvers aan voor visserij en jacht. Die zien er ongeveer zo uit:Ik deed een vogel- en schildpaddenkijkexcursie waar ik o.a. wintertaling, waterral, kleine zilverreiger, Europese moerasschildpad en beverrat heb gespot. Van die laatste vond de gids het jammer want dat schijnt een vervelende exoot te zijn.Je merkt nu ook echt dat de zon sterker wordt naarmate ik zuidelijker kom. Ik smeer me 's middags maar stevig in met zonnebrandolie. De streepjes nemen stoere vormen aan.In Le Blanc kocht ik een Michelin-kaart van de regio Aquitane. Dat klinkt ook al echt Zuid-Frans. Ik merk dat ik dat human-powered opschieten naar het zuiden wel een kick vind geven, ondanks dat het niet de opzet is om het zo gauw mogelijk te doen. De gids in de Brenne vertelde nog wel dat het van de winter hier net als in Utrecht 18 graden had gevroren, dus ik ben nog lang niet zuidelijk genoeg.Na Le Blanc ging het akkerbouwlandschap, waar ik afgezien van wat bosgebieden al vanaf de Franse grens doorheen fietste, over in een veeteeltlandschap met vleeskoeien dat me een beetje aan Noordoost-Twente deed denken. Alleen waren de weilanden hier bruin van de droogte en waren de heggen niet van meidoorns maar van iets anders. Het is allemaal prachtig schilderachtig, en dan kom je ook nog een gerestaureerde watermolen tegen om het sprookjesachtige plaatje compleet te maken:Die dag begon het voor de verandering eens te regenen. Ik kreeg toen ook de tweede lekke band. Ik zag hem heel mooi door de bubbeltjes die ontstonden toen mijn fiets in een waterplas stond. Wist ik meteen waar het lek zat!Door wat ge-emmer bij het bandenplakken (fiets viel om, spatbord stond daardoor niet meer recht, spatbord wilde niet meer goed), was ik even toe aan een blikje energy drink. Ik stopte bij een man van ongeveer 60 bij een huis en vroeg hem of hij het blikje kon weggooien. Dat deed hij vervolgens alsnog gewoon in een weiland achter een muurtje. Wel vond hij het courageux wat ik doe. Hij had zelf nog gekoerst vroeger, en zware trainingsritten van 140 km door het heuvelland gemaakt.Dat woord hoor ik verdomd vaak: courageux. Betekent het domweg dapper als het Engelse "courageous", of verwijst het naar een diepe Zuid-Europese eerbied voor het wielergebeuren?Ik reed naar een camping municipal in Confolens, maar die was al gesloten voor de winter. Ik zette mijn tent er alsnog neer en tapte water bij de camperparkeerplaats die nog wel open was. Ik ging nog even het stadje in om in een kroeg naar de WC te gaan (en dan ook maar een biertje te bestellen). Het is een mooi, middeleeuws stadje met zelfs nog wat vakwerkhuizen die je normaal toch niet met Zuidwest-Frankrijk associeert.In Confolens kreeg ik om onbekende redenen het idee dat het makkelijk zou worden om in twee dagen naar Bordeaux te fietsen. Ik ging dus een ommetje door de Dordogne maken en kwam zo in Verteillac terecht. Onderweg zat een heel mooi stuk route door dalen met beboste hellingen, zodat je dan van een hoogvlakte met het kleinschalige vleesveelandschap door de koele bossen omlaagstort door de haarspelden, je in een flits een klaterend beekje over schiet waarna je een paar minuten kunt zitten buffelen om via soortgelijke haarspelden weer op de hoogvlakte terug te keren.De dorpjes hebben hier allemaal romaanse kerkjes; die hele gotiek is hier blijkbaar nooit aangeslagen. Veel hebben geen toren die voor de rest van de kerk staat, maar hebben de ronde achterkant verhoogd ten opzichte van de rest. En ik trof er zelfs een met een achthoekige toren:Zo kwam ik in het dorp Vasaignes, waar zowaar wat mensen van de VVV en een verhuurbedrijf elektrische fietsen stonden te demonstreren. Ik maakte ook even een ritje, waarbij ik ondanks helm en handschoenen helemaal vergat te proberen of ze in Frankrijk ook op 25 begrensd zijn. Je krijgt wel belachelijk veel hulp, zodat je zelfs in stand 1 zonder veel moeite met 15 per uur bergop rijdt. Het bevestigt mijn idee dat elektrische fietsen eigenlijk een soort brommers zijn waarbij je het gas met je voeten bedient. Het was wel gezellig met de mensen van het standje:Toen ik in Verteillac weer op de kaart keek, was Bordeaux nog een eind weg. Ik besloot het toch in een dag te gaan rijden, omdat er voor de dag daarna slecht weer werd voorspeld (dat dus in de avond van de rijdag al kwam), en omdat een nacht kamperen in een stedelijk gebied dichterbij Bordeaux mij ook niks leek. Zo kwam ik dus vrij laat op Bordeaux aan rijden na een dag waarin ik van het vleesveelandschap via dennenbossen in de Bordeaux-wijngaarden terecht kwam.Gek is dat eigenlijk, dat ik tussen de Champagne en de Bordeaux in pakweg 600 km geen wijnbouw op commerciele schaal heb gezien. Heeft dat met grondsoort te maken? Het klimaat kan het niet zijn. In de Bordeaux gaat het verhaaltje over noordhellingen niet meer op; ook op het vlakke krijgen de druivenstruiken hier genoeg zon. En dus staan de overstromingsvlakten van de Gironde-zijrivieren vol met wijnstokken, zodat ze heel wat minder op de Gelderse Poort lijken dan de Loirevallei.Toen ik in Bordeaux mijn hotel eenmaal gevonden had, kon ik dan ook de stad gaan waarderen. Ondanks dat oud-Bordelaise Florence zelf volgens mij ooit zei dat Parijs de enige echte stad in Frankrijk is (of alleen volgens Parijzenaars?), is Bordeaux echt een kosmopolitische drukke bende van minstens het kaliber Amsterdam. Er zijn patsers, fashion victims, bohemiens en pop-up stores, en ze lopen je constant voor de voeten in de drukke winkelstraten tussen de hoge oude gevels. En in tegenstelling tot Amsterdam kun je er eind september 's nachts nog in je shirtje over straat.Volgens de kranten wordt het weer nu echt minder. Het gaat regenen, en hoewel de temperatuur in Bordeaux nog wel 20-25 graden blijft, staat er boven de Pyreneeen een wolkje met sneeuwvlokken ingetekend. Oei! Ook omdat ik met Bordeaux al ten westen zit van de lijn die ik oorspronkelijk in gedachten had, ga ik dus maar niet de 1600 meter hoge Port de Larrau fietsen als Pyreneeenoversteek, en ik denk ik nu aan de Collado de Urkiaga. Dan kan ik mooi in Pamplona uitkomen en vanaf daar jullie weer op de hoogte houden!Oh, en nog even een noot over de foto's: mijn camera wil zich niet opladen vanaf de fiets-accu die met mijn dynamo wordt opgeladen. Ik heb niks anders bij me (kan de accu wel vanuit het stopcontact opladen), dus ging de camera leeg en heb ik vanaf donderdag alle foto's met mijn mobiel gemaakt. Ik hoop hier in Bordeaux een lader te vinden om mijn camera te kunnen opladen.De route:Marokko dag 7Find more Bike Ride in La Rochette, FranceFind more Bike Ride in La Rochette, FranceMarokko dag 8Find more Bike Ride in Sigloy, FranceFind more Bike Ride in Sigloy, FranceMarokko dag 9Find more Bike Ride in Valencay, FranceFind more Bike Ride in Valencay, FranceMarokko dag 10Find more Bike Ride in Le Blanc, FranceFind more Bike Ride in Le Blanc, FranceMarokko dag 11Find more Bike Ride in Confolens, FranceFind more Bike Ride in Confolens, FranceMarokko dag 12Find more Bike Ride in Verteillac, FranceFind more Bike Ride in Verteillac, France
September 17, 2012
I am writing this post in a cyber cafe in Melun, a French town some 35 km southeast of Paris. The last six days I have ridden here with stops in Opglabbeek, Malonne (near Namur), Forges (near Chimay), Monampteuil (near Laon), Saint-Cyr-sur-Morin and now Melun.Europe is especially great when viewed from a bike, because you notice all these little cultural and climatological boundaries as you pass them. I'll go through the last week with you:Tuesday around 08:15 I left in Didam. My father rode with me to the ferry in Millingen aan de Rijn, where I crossed the Rhine at 9:00. By 10:00 I had crossed two international boundaries, by 11:00 I had been in three Dutch provinces, and around 16:30 I reached the Belgian border in Stramproy:On Wednesday I rode from Opglabbeek in Flanders to Malonne, in Wallonia next to Namur. I noticed that after the Genk / Hasselt conurbation, the countryside was no longer the Dutch suburbanized countryside where every "village" still has multiple supermarkets and planned residential areas. I was riding through small villages of no more than an old church and a few old farms, many of which many were the typical quadrants with an open space in the middle and a huge gate to get there. I thought I would be in France by Thursday night, so I had dinner in a true Belgian friture in downtown Namur.On Thursday, the rich villages of the Haspengouw (Hesbaye for the Frenchies) gave way to poorer, amorphous villages in the area south of the Sambre river. The landscape was hilly, and it rained a lot, so I did not make as much progress as I expected. I reached Chimay, the town famous for the trappist beer. They are so proud of the beer they mention it on their street signs: On Friday morning, I crossed intro France. I first tried crossing the border with a forest road that existed according to the dead-tree Michelin map but was not on OpenStreetMap. When I got to the border, it looked like the road once existed but the French side had now deteriorated to the point that it was a corridor of young forest through older forest:The small stream you see on the photo is the border.I find this kind of situation funny, because it shows how all the current European unification attempts follow a period of organized de-unification. Some two centuries ago, that road on the photo was just the road between two adjacent villages, namely Forges (in Belgium) and Signy-le-Petit (in France). The peasant population probably cared little about the border and freely attended fairs and markets across the border, using this road.Then came the age of nationalism. Border controls were set up and enforced, and both sides got alienated from each other. The road was not considered worthy of a border checkpoint and was left unmaintained.Nowadays there are probably EU-sponsored school exchanges to Estonia and city twinnings with towns in Spain or wherever, but the road to the next village is still deteriorating further.I took a small detour to a real border crossing and immediately after that had my first flat tire. Later that day, the hilly landscape of tree-ridden pastures changed into the typical bellowing plains with endless wheat, potato and maize fields of Northern France. I had a nasty headwind in the afternoon. There was a kind of grain silo on a hilltop in the distance that I was riding to, and I pedaled hard to see it clearer. After a while, it looked more like a bunch of aparment buildings, and an hour later again, it looked like a medieval city. In the end it turned out to be the five-tower catherdral of Laon, dominating the surroundings from a freestanding hill.Because I was a bit dissatisfied with my progress and in the morning, I rode on until about 19:30. By this time I reached the campsite of the Lac de Monampteuil, about 15 km south of Laon. The campsite looked deserted and the reception was closed even though it should be opened according to the opening hours note. Happily a friendly camper turned up who explained that the owner was away, and we managed to have a conversation about cycling with me despite my poor French.He, and many other people I met, definitely disprove the Dutch saying that "France is a beautiful country. Sadly it's inhabited by the French". French people really do appreciate your knowledge of their language even if it's not perfect, and happily help you make yourself understood. Add to that the fact that they also sell delicious fresh-baked bread 7 days a week in any village, and you understand that I like them a lot actually.On Saturday, the rainclouds finally disappeared and I had a beautiful ride along quiet, tree-lined roads from one village to the next. I saw the first vineyards in the Marne valley which I crossed at Charly-sur-Marne in the Champagne area.On Sunday, I saw the first field of sunflowers and accidentally passed by a huge palace called Vaux-le-Vicomte:The proximity of Paris was apparent in funny ways: today was the first time since passing through Namur that I saw many young people and non-western immigrants again, and even a lone hipster!By the way, I want to thank Textkernel for the multi-fuel stove. It's an amazing toy for big boys! You have to play with dangerous chemicals, apply great force to put them under pressure, and then risk explosions and bursts of flame when you light it. Also it takes some mechanical intuiton to get the pressure just right for a blue and hot flame. Here is a picture of the stove in action in Saint-Cyr-sur-Morin:My cycle-touring cuisine is pasta, beans or rice cooked with some fresh vegetables and sauce from a can. I can prepare such combinations with only one pan and a plate that also serves as cutting board and lid for the pan. After 100 km of riding it tastes like an award-winning dinner anyway!Then, finally, maps of the route. The dynamo hub does not give enough power to track everything. The maps below are created by connecting the points where I used the phone for navigation. That means they are a bit sketchy (and that the daily distances are underestimated :)). The first day is pretty much exact except for the forgotten first few kilometres.Marokko dag 1Find more Bike Ride in Didam, NetherlandsFind more Bike Ride in Didam, NetherlandsMarokko dag 2 deel 1Find more Bike Ride in Maaseik, BelgiumFind more Bike Ride in Maaseik, BelgiumMarokko dag 2 deel 2Find more Bike Ride in Bilzen, BelgiumFind more Bike Ride in Bilzen, BelgiumMarokko dag 3Find more Bike Ride in Namur, BelgiumFind more Bike Ride in Namur, BelgiumMarokko dag 4Find more Bike Ride in Chimay, BelgiumFind more Bike Ride in Chimay, BelgiumMarokko dag 5Find more Bike Ride in Pargny-Filain, FranceFind more Bike Ride in Pargny-Filain, FranceMarokko dag 6Find more Bike Ride in Saint-Cyr-Sur-Morin, FranceFind more Bike Ride in Saint-Cyr-Sur-Morin, FranceI decided that Melun is a bit small for a day-of-rest town. There is no hostel and no local bike shop (according to the campsite maintainer, all bike shops in the city quit after two Decathlon stores appeared on the outskirts). So I'll try to reach Bordeaux by next week Sunday or Monday and then have a day of rest there. I hope I'll have a similarly positive message for you then!
September 10, 2012
As I'm writing this it's only nine hours until I'll start riding. It's awfully close. Today I pitched my tent to check if I could still do it - is that really all the space I'll have most nights in the coming months? Did I really do everything? Won't I have to call mom and dad to bring me something I forgot after I rode the first 60 kilometers?I checked off everything on my todo list, so I should be safe!What's more, actually I already started. Last Saturday was the "prologue" of my trip, if I may for once be so vain to compare my ride to a pro race. I rode my touring bike, unloaded, from my former home in Utrecht to my parents in Didam. The route can be found on MapMyRide: ProloogFind more Bike Ride in Werkhoven, NetherlandsFind more Bike Ride in Werkhoven, Netherlands Unfortunately, I started my GPS only after some 10 km. Of course, no daft plan can go without some DIYing in the parents' garage. Here's a picture of my bike being loaded.So now it's time for some good sleep before I get going. Thanks to everyone who wished me luck. I'm looking forward to letting you know how it feels to be riding with such a distant goal!