Melun - Bordeaux: courageux!
Toen ik dus bij het hostel had gezien dat het daar vol was, reed ik door naar een ander hostel dat zou bestaan volgens OpenStreetMap. Dat was echter een **-hotel met kamers voor 63 euro per nacht. Ik pakte alweer mijn fiets om door te rijden naar de stadscamping, toen er een moeder aller buien losbrak met wind- en regenvlagen die fietsen bijna en navigeren helemaal onmogelijk maakte. Dus heb ik vannacht heel lekker in dat hotel geslapen en ben ik vanmorgen naar het hostel verhuisd.
Zo'n hostel is niet alleen leuk voor de prijs (het feit dat er geen stinkende, luidruchtige en hitsige kamergenoten zijn is die 40 euro extra meer dan waard). Het voordeel is vooral omdat je daar ook andere reizigers ontmoet met wie je ervaringen kunt uitwisselen en rustig een biertje kunt drinken. Wat dat betreft is een hotel helemaal een saaie boel en een camping nog beter.
Op de campings heb ik wel wat leuke ontmoetingen gehad de afgelopen week. In Melun was daar Klaas, een Friese vrachtwagenchauffeur die ook graag rondfietst met de achterop de caravan meegenomen fietsen. We hebben wat bijgekletst over de leuke rustige D-weggetjes, de SAS survival guide (ook handig om een waslijn te spannen, hoor) en fietsen. Ik kreeg van Klaas ook nog een vracht e-book-bestanden, maar daar moet ik in het hostel dadelijk via wifi nog een reader-app voor installeren.
Al met al was het dus heel huiselijk op de camping in Melun, met een waslijn, thee van de petroleumbrander, en een leuk leesboek om in de zon voor de tent te lezen.
Toen ik weer vertrok uit Melun voelde het dan ook opnieuw of ik van thuis vertrok. De route voerde eerst door het Foret Domaniale de Fontainebleau, waar Maria van Textkernel volgens mij pas nog is wezen boulderen. Ik ben ook even off-road langs de keien gereden.
Toen ik het bos weer uit kwam was ik in Barbizon, ooit een groot impressionistennest en volgens de informatieborden ook geboorteplaats van de natuurbescherming. Tegenwoordig lijkt het vooral bewoond te worden door mensen die aan de kunstliefhebbers willen verdienen. De bakkerij heet er galerie du pain en de prijzen zijn ernaar (maar het brood was goed te eten en de prijzen waren voor een warme bakker in Nederland heel redelijk geweest).
In Malesherbe deed ik boodschappen bij een winkeltje van een Tunesier die een paar woorden Nederlands sprak. Kwam ik misschien uit Breda, of uit Roosendaal, vroeg hij. Volgens mij is het halve land hier aan de Nederlandse wiet verslaafd :). Eerder zat ik in Melun op een bankje in de zon toen er twee alcoholisten kwamen die iets riepen in de geest van "Hee gast, dat is ons bankje!". Toen ik plek voor ze maakte kwam er een naast mij zetten en we praatten even over wat ik aan het doen was. Toen hij vroeg naar waarom ik naar Marokko ging, kreeg ik zogauw niet in het Frans geformuleerd dat ik dat doe om het klimaat. Ik mompelde iets over september en hij begreep het al: "Ah, pour la recolte du cannabis!".
Na het bos van Fontainebleau werd het vlakker en ik reed die eerste dag na Melun door tot de Loire in Chateauneuf-sur-Loire. Ik was in 2010 al eens in Orleans in het Loiredal geweest, en het was een mooi weerzien. Het is net de Gelderse Poort (het gebied waar de Rijn zich vertakt bij Arnhem/Nijmegen), maar dan natuurlijker en met een iets zuidelijker vegetatie met maretakken en acacia's. Je kunt er gewoon weer foto's maken van uiterwaarden met huisjes aan de dijk enzo. Het bos van de Sologne verheft zich aan de horizon als de Veluwe of het Reichswald thuis.
Die Sologne had ik in 2010 ook al gezien, en ik was bang dat het saai zou worden: bijna een hele dag door het loofbos. Het was echter heerlijk rijden in de schaduw van de eiken over lege landweggetjes. In Lamotte-Beuvron kwam ik nog een andere fietsster met bepakking tegen die wat vrienden verspreid over Midden-Frankrijk was wezen opzoeken en nu op weg was naar huis in Chateauroux. Ze was van plan volgend jaar in Friesland te gaan toeren waar ze wat familie had wonen. Dat ik met haar een half uurtje samen opreed en een gesprek in het Frans gaande hield had ik even nodig voor mijn zelfvertrouwen qua taal, nadat de cassiere van de supermarkt in Lamotte-Beuvron op mijn pogingen Frans te spreken had gereageerd door "Excuse me!?" te roepen op een toon alsof ik mijn piemel op de boodschappenband had gelegd. Ik hou het er maar op dat dat komt door haar Franse accent en ze eigenlijk behulpzaam wilde zijn.
Ik kwam terecht op een camping in Valencay. Het landschap werd daar al echt zuidelijker. Eerst zie je nog volrode Sologne-baksteen, daarna huizen met in lichte kleuren gepleisterde muren en niet-zo-schuine daken. Er verschijnen soms nieuwe planten, waarvan ik sommige ook niet meer herken. Zo zie je hier heel veel van deze besjes:
Na Valencay reed ik door de Brenne, een nat natuurgebied, naar Le Blanc. Waar het een beetje nat is leggen Fransen graag vijvers aan voor visserij en jacht. Die zien er ongeveer zo uit:
Ik deed een vogel- en schildpaddenkijkexcursie waar ik o.a. wintertaling, waterral, kleine zilverreiger, Europese moerasschildpad en beverrat heb gespot. Van die laatste vond de gids het jammer want dat schijnt een vervelende exoot te zijn.
Je merkt nu ook echt dat de zon sterker wordt naarmate ik zuidelijker kom. Ik smeer me 's middags maar stevig in met zonnebrandolie. De streepjes nemen stoere vormen aan.
In Le Blanc kocht ik een Michelin-kaart van de regio Aquitane. Dat klinkt ook al echt Zuid-Frans. Ik merk dat ik dat human-powered opschieten naar het zuiden wel een kick vind geven, ondanks dat het niet de opzet is om het zo gauw mogelijk te doen. De gids in de Brenne vertelde nog wel dat het van de winter hier net als in Utrecht 18 graden had gevroren, dus ik ben nog lang niet zuidelijk genoeg.
Na Le Blanc ging het akkerbouwlandschap, waar ik afgezien van wat bosgebieden al vanaf de Franse grens doorheen fietste, over in een veeteeltlandschap met vleeskoeien dat me een beetje aan Noordoost-Twente deed denken. Alleen waren de weilanden hier bruin van de droogte en waren de heggen niet van meidoorns maar van iets anders. Het is allemaal prachtig schilderachtig, en dan kom je ook nog een gerestaureerde watermolen tegen om het sprookjesachtige plaatje compleet te maken:
Die dag begon het voor de verandering eens te regenen. Ik kreeg toen ook de tweede lekke band. Ik zag hem heel mooi door de bubbeltjes die ontstonden toen mijn fiets in een waterplas stond. Wist ik meteen waar het lek zat!
Door wat ge-emmer bij het bandenplakken (fiets viel om, spatbord stond daardoor niet meer recht, spatbord wilde niet meer goed), was ik even toe aan een blikje energy drink. Ik stopte bij een man van ongeveer 60 bij een huis en vroeg hem of hij het blikje kon weggooien. Dat deed hij vervolgens alsnog gewoon in een weiland achter een muurtje. Wel vond hij het courageux wat ik doe. Hij had zelf nog gekoerst vroeger, en zware trainingsritten van 140 km door het heuvelland gemaakt.
Dat woord hoor ik verdomd vaak: courageux. Betekent het domweg dapper als het Engelse "courageous", of verwijst het naar een diepe Zuid-Europese eerbied voor het wielergebeuren?
Ik reed naar een camping municipal in Confolens, maar die was al gesloten voor de winter. Ik zette mijn tent er alsnog neer en tapte water bij de camperparkeerplaats die nog wel open was. Ik ging nog even het stadje in om in een kroeg naar de WC te gaan (en dan ook maar een biertje te bestellen). Het is een mooi, middeleeuws stadje met zelfs nog wat vakwerkhuizen die je normaal toch niet met Zuidwest-Frankrijk associeert.
In Confolens kreeg ik om onbekende redenen het idee dat het makkelijk zou worden om in twee dagen naar Bordeaux te fietsen. Ik ging dus een ommetje door de Dordogne maken en kwam zo in Verteillac terecht. Onderweg zat een heel mooi stuk route door dalen met beboste hellingen, zodat je dan van een hoogvlakte met het kleinschalige vleesveelandschap door de koele bossen omlaagstort door de haarspelden, je in een flits een klaterend beekje over schiet waarna je een paar minuten kunt zitten buffelen om via soortgelijke haarspelden weer op de hoogvlakte terug te keren.
De dorpjes hebben hier allemaal romaanse kerkjes; die hele gotiek is hier blijkbaar nooit aangeslagen. Veel hebben geen toren die voor de rest van de kerk staat, maar hebben de ronde achterkant verhoogd ten opzichte van de rest. En ik trof er zelfs een met een achthoekige toren:
Zo kwam ik in het dorp Vasaignes, waar zowaar wat mensen van de VVV en een verhuurbedrijf elektrische fietsen stonden te demonstreren. Ik maakte ook even een ritje, waarbij ik ondanks helm en handschoenen helemaal vergat te proberen of ze in Frankrijk ook op 25 begrensd zijn. Je krijgt wel belachelijk veel hulp, zodat je zelfs in stand 1 zonder veel moeite met 15 per uur bergop rijdt. Het bevestigt mijn idee dat elektrische fietsen eigenlijk een soort brommers zijn waarbij je het gas met je voeten bedient. Het was wel gezellig met de mensen van het standje:
Toen ik in Verteillac weer op de kaart keek, was Bordeaux nog een eind weg. Ik besloot het toch in een dag te gaan rijden, omdat er voor de dag daarna slecht weer werd voorspeld (dat dus in de avond van de rijdag al kwam), en omdat een nacht kamperen in een stedelijk gebied dichterbij Bordeaux mij ook niks leek. Zo kwam ik dus vrij laat op Bordeaux aan rijden na een dag waarin ik van het vleesveelandschap via dennenbossen in de Bordeaux-wijngaarden terecht kwam.
Gek is dat eigenlijk, dat ik tussen de Champagne en de Bordeaux in pakweg 600 km geen wijnbouw op commerciele schaal heb gezien. Heeft dat met grondsoort te maken? Het klimaat kan het niet zijn. In de Bordeaux gaat het verhaaltje over noordhellingen niet meer op; ook op het vlakke krijgen de druivenstruiken hier genoeg zon. En dus staan de overstromingsvlakten van de Gironde-zijrivieren vol met wijnstokken, zodat ze heel wat minder op de Gelderse Poort lijken dan de Loirevallei.
Toen ik in Bordeaux mijn hotel eenmaal gevonden had, kon ik dan ook de stad gaan waarderen. Ondanks dat oud-Bordelaise Florence zelf volgens mij ooit zei dat Parijs de enige echte stad in Frankrijk is (of alleen volgens Parijzenaars?), is Bordeaux echt een kosmopolitische drukke bende van minstens het kaliber Amsterdam. Er zijn patsers, fashion victims, bohemiens en pop-up stores, en ze lopen je constant voor de voeten in de drukke winkelstraten tussen de hoge oude gevels. En in tegenstelling tot Amsterdam kun je er eind september 's nachts nog in je shirtje over straat.
Volgens de kranten wordt het weer nu echt minder. Het gaat regenen, en hoewel de temperatuur in Bordeaux nog wel 20-25 graden blijft, staat er boven de Pyreneeen een wolkje met sneeuwvlokken ingetekend. Oei! Ook omdat ik met Bordeaux al ten westen zit van de lijn die ik oorspronkelijk in gedachten had, ga ik dus maar niet de 1600 meter hoge Port de Larrau fietsen als Pyreneeenoversteek, en ik denk ik nu aan de Collado de Urkiaga. Dan kan ik mooi in Pamplona uitkomen en vanaf daar jullie weer op de hoogte houden!
Oh, en nog even een noot over de foto's: mijn camera wil zich niet opladen vanaf de fiets-accu die met mijn dynamo wordt opgeladen. Ik heb niks anders bij me (kan de accu wel vanuit het stopcontact opladen), dus ging de camera leeg en heb ik vanaf donderdag alle foto's met mijn mobiel gemaakt. Ik hoop hier in Bordeaux een lader te vinden om mijn camera te kunnen opladen.
De route:
Find more Bike Ride in La Rochette, France
Find more Bike Ride in Sigloy, France
Find more Bike Ride in Valencay, France
Find more Bike Ride in Le Blanc, France
Find more Bike Ride in Confolens, France
Find more Bike Ride in Verteillac, France