Welbespaakt

Een atheïstisch vrijdagmiddaggebed

November 23, 2012 | 1 minuutjes lezen

Religie. Zoals zoveel éénentwintigste-eeuwse Nederlanders heb ik daar niet veel mee op. Ik ben wat in de technische termen een "sterke agnost" of een "zwakke atheïst" heet: ik geloof dat je niets kunt weten over de onzichtbare werkelijkheid achter het zichtbare. En bovendien dat alles wat je erover zegt, of je het nu Bijbel of Koran of Veda's noemt, onzinnig gewauwel is.
De meeste mensen op de wereld geloven echter wel in enige vorm van zulk gewauwel. Met name ook vrijwel iedereen in Marokko, en ik moet vaak rekening met ze houden. Zoals wanneer de receptionist in het hotel net staat te bidden, of wanneer nu op vrijdagmiddag alle winkels dicht zijn en de straten uitgestorven. En weet je, op zo'n moment voel ik ontzag voor die mensen die in het gewauwel geloven. Omdat zij wél de tijd nemen om te reflecteren, om te kijken of hun gedrag in overeenstemming is met wat goed is. Of zij misschien dingen anders moeten aanpakken om een beter mens te zijn.
Die reflectie ontbreekt vaak in het leven van de westerse mens. Wij hebben geen zondagmorgen of vrijdagmiddag waarop wij even oog in oog staan met onze principes. Wij zeggen humanist te zijn, het geluk van mensen (en in beperkte mate sommige dieren) na te streven, maar wanneer controleren wij of ons gedrag dat doel dichterbij brengt?
Daarbij, wij hebben dan geen religie met heilige geschriften en afgekondige dogma's (hoewel...), maar een geloof hebben we wel. Want dat we geluk van onszelf en anderen moeten nastreven, dat kun je niet zien in de natuur of aantonen met een proef in het lab. We nemen het maar aan, omdat de alternatieven zo naargeestig zijn. Net zoals het voor een christen of moslim naargeestig lijkt zijn geloof op te geven.
De verschillen tussen "ongelovigen" en religieuze mensen zijn veel kleiner dan opgefokte agitatoren in beide kampen ons willen doen geloven. Uiteindelijk komt het erop aan hoezeer jij je eigen verlangens opzij kunt zetten om het goede te doen. En wij atheïsten kunnen daarbij iets van onze religieuze medemensen leren.