Welbespaakt

Almería - Barcelona: kamperen tussen de Costa-bejaarden

December 13, 2012 | 17 minuutjes lezen

(This post breaks the habit of alternating English and Dutch. I only noticed after writing it. I'm sorry!)

Na de waarschijnlijk laatste tweeëneenhalve dag fietsen en negen uur in boemeltreintjes ben ik vanuit Almería in Barcelona aangeland. Barcelona lijkt weer meer op thuis dan ooit: het is hier nog maar 12 graden, de meeste bomen zijn hun blad verloren en mensen spreken hier vaak Engels.

In Barcelona had ik weer eens het "geweldig dat ik hier ben!"-gevoel. Meer dan van de Marokkaanse steden heb je van Barcelona al veel dingen gehoord: Camp Nou, de Sagrada Familia, La Rambla. En veel hipsters, die hier tegenwoordig beter gedijen dan in Amsterdam. En nu ga ik al die dingen in het echt zien!
De Sagrada Familia is inderdaad fantastisch, vooral de binnenkant. Daar had ik nog geen beeld van en dan is het wel een verrassing dat de kerk van binnen nog spectactulairder is dan van buiten:
Wel jammer dat door de hele toeristendrukte de kerk geen rustige plek voor gebed en overweging is, zoals Gaudí het volgens de bordjes bedoelde.

La Rambla lijkt op het Damrak: een straat vol toeristen en mensen die aan hen willen verdienen, zonder dat er verder iets te beleven is. Volgens mij is hij bekend omdat hij net als de Jemaa el Fna vol moet staan met straatartiesten en leuke eetkraampjes, maar de straatartiesten vinden het te koud en het eten is minder exotisch dan in Marrakech, hoewel er bij dat eten wel tegenover staat dat je hier niet door drie diarreeën heen hoeft om het te gaan waarderen.

Ook heeft Barcelona een goede fietsinfrastructuur, misschien wel de beste die ik buiten Nederland heb gezien. De fietspaden lopen niet over de stoep tussen de voetgangers, er staat ook nooit zomaar een boom middenin en ze zijn goed aangesloten op het overige wegennet. De verkeersambtenaren van Barcelona zijn vast ooit met de gemeente op excursie naar Houten geweest!

Ook valt hier op hoe sterk de Catalaanse taal is opgerukt in het openbare leven. De borden van de overheid zijn eentalig Catalaans en zelfs veel advertenties, zowel van plaatselijke ondernemers als van landelijke ketens, zijn in het Catalaans. Alleen de internationale merken die één marketingstrategie voor Spanje hebben, adverteren in het Spaans. Bij tweetalige borden is de tweede taal net zo vaak Engels als Spaans, maar op de meeste toeristische plekken zijn de bordjes drietalig.

Na vandaag blijf ik nog één dag in Barcelona. Daarna ga ik in één dag naar Parijs, met twee ruime overstappen: bij de Spaans/Franse grens en in Toulouse. Dat was via de telefoon zo geboekt, het kon zelfs in het Engels. De reis gaat dwars door de Pyreneeën en volgens het tv-weerbericht zijn de minimum- en maximumtemperatuur in de bergen nu -14 en -7. Hopelijk dus een mooi kersttafereel daar!
Verrassend is dat het dan van Parijs naar huis een grotere uitdaging is. Je kunt volgens Deutsche Bahn van Paris Est naar Emmerich met een maffe stoptreinodyssee langs o.a. Metz, Luxemburg, Trier en Koblenz die je bezighoudt van 6:30 tot na elven. Het onvolprezen raildude.com weet ook nog een mogelijkheid via Amiens, Lille, Kortrijk, Gent en Antwerpen die me in een uurtje of 8 naar Arnhem zou moeten kunnen brengen. Mijn plan is als volgt: ik ga met een uitdraai van dat raildude-schema naar het loket in Paris Nord met de vraag of men mij daar kaartjes voor mezelf en de fiets voor kan verkopen. Als het niet kan, dan moet ik maar kijken of ik tot Lille of Kortrijk kan komen en ben ik een dagje later thuis.
En dan zitten er in beide mogelijkheden ook nog krappe overstappen.

9 december: Almería - Palomares

's Morgens de wekker op 7 uur, op de hotelkamer gauw wat brood naar binnen geschoven en dan snel van het daglicht gebruikmaken! Door het nog zwakke ochtendlicht reed ik de stad uit, met het liedje van de Pogues (eigenlijk is dat een veel slechtere jarentachtigclip dan Rick Astley!) in mijn hoofd. Je komt daarna in het natuurgebied van Cabo de Gata. Het is langs dit stuk kust erg droog: de rivieren staan allemaal droog en de planten staan verspreid op de berghellingen, zodat de aanblik van het gebied niet veel verschilt van die van het Atlasgebergte. In sommige dorpjes zie je typische windmolens staan:
Jammer dat ik nergens bij zo'n molen binnen kon kijken!
Later kom je bij Carboneras in een toeristischer stuk kust. Je rijdt door eindeloze straten met barretjes, restaurants en hotels die allemaal adverteren dat ze in de eerste rij aan het strand zitten. Er staan ook veel engelstalige reclameborden voor tweede huizen.
Ik informeer ik bij een hotel, maar ik heb eigenlijk helemaal geen zin in al die luxe, dus ik ga er weer weg. Drie kilometer terug was er een camping, en zo pal aan de Middellandse Zee zal het met de nachtelijke kou wel meevallen. Kamperen op 9 december, jazeker!
De camping staat vol caravans en campers van gepensioneerde Britten, Duitsers en Nederlanders. Niemand lijkt echter heel verbaasd dat er ineens een twintiger met een tentje komt. De campinggasten doen wat ze dag in dag uit doen: oude bekenden groeten en een praatje maken tijdens het uitlaten van de hond.

10 december: Palomares - Bolnuevo

Ik had 's avonds nog eens wat aan een trapper geduwd en getrokken en besloten dat het zo niet langer kan. Als de fiets thuis zo veel speling op de trapas had, zou ik er niet meer mee naar de fietsenmaker fietsen maar hem aan de hand meenemen. Die trapaslagers moeten vervangen, als niet ondertussen al de schroefdraad in het frame kapotgewrikt is.
Een blik op de kaart toont dat Áquilas, 30 km verderop, de eerste plaats is waar ik een fietsenwinkel kan verwachten. OpenStreetMap weet er zelfs een Decathlon te zitten, maar ik geef mijn geld liever uit bij een leuke kleine fietsenwinkel dan bij die golfplaathallen die op lokaties zitten die vooral met de auto bereikbaar zijn.
Ik kom met de wind licht mee vlot in Áquilas en volgens de toeristeninformatie zijn er twee fietsenzaken. De eerste is gesloten, de tweede is Bicis Buru en is geweldig. Als de monteur even aan de fiets heeft geschud weet hij meteen hoe laat het is, maar heeft hij nog een paar tienden van een seconden nodig om het in het Engels te formuleren: "New bottom bracket. Half an hour."
Dat stelt mij om twee redenen gerust: ten eerste lag het niet aan een stom afstellingsprobleem dat ik zonder speciaal gereedschap had kunnen verhelpen, ten tweede lijkt hij niet te vrezen dat ik inmiddels de schroefdraad in het frame kapotgewrikt heb. En het is natuurlijk superfijn dat het meteen gerepareerd kan worden en ik dus niet hoef te kiezen tussen een dag in Áquilas blijven of zelf op de stoep onergonomisch gaan zitten klooien.
Daarna kom ik door een gebied met veel tomatenteelt in kassen, in de dalen in een bergachtig gebied. Ik moet die bergen ook nog over op bijna 400 meter, maar met een fiets die weer helemaal lichtjes loopt is dat natuurlijk geen probleem. Daarna gaat het over wat onverharde weggetjes langs de kust. Ik kom langs een groep Nederlandse campers op weg naar Marokko. Ik vraag hen om water en zij vragen mij hoe Marokko is. "Het is wel wennen, een heel ander land", zeg ik. Ik bedenk me later dat dat precies het soort commentaar is dat mij een beetje bang maakte. Ik moet eigenlijk zeggen: "Het is even wennen, maar aan het eind vond ik het jammer om weer terug naar Europa te gaan!"
Daarna pak ik een onverharde kustweg die op OpenStreetMap staat, om de bergen meer landinwaarts te vermijden. Ik weet niet echt wat ik van het weggetje moet verwachten. Het blijkt een 4WD-spoor met steile hellingen, maar het is bij de ondergaande zon een prachtig gezicht. Heuvelachtige bijna-woestijn aan de kust, met hier en daar een palmboom of een verlaten boerderijgebouw:

Ik kom veel SUV's en een enkele motorrijder tegen: ook de Costa-toeristen weten dit mooie gebied te vinden. Ik ben benieuwd of ze ook op een mooi plekje langs het strand blijven slapen. Zelf ben ik echter een gezagsgetrouwe burger die niet doet alsof hij de vele bordjes "verboden te kamperen" niet ziet, en ik rij door naar Bolnuevo waar een camping is.

Die camping is wat mijn ouders in onze tijd als vouwwagen-gezinnetje een "doosjescamping" noemden: een rechtlijnig patroon van genummerde plaatsen waarin de caravans min of meer bumper aan dissel staan, bewoond door seizoensgasten die er al decennia komen. Ik bestudeer met een zorgelijke blik het plakkaat met de tarieven, voor minder dan 19 euro per nacht lijkt het hier niet te lukken. De receptiedame heeft echter nog wel een "special price" van 9 euro voor trekkers, en dat is geen geld voor een plek pal aan het strand van de Costa Cálida.
Als ik een rondje wandel om bij het toiletgebouw te komen, zie ik dat deze camping een belachelijke gerontopolis is. Ik ben niet gewoon de jongste gast; als ik twee keer zo oud was zou ik nog de jongste zijn.  Bij het toiletgebouw staat een rollator. In het clubhuis leest mijn aardige receptiedame nu plichtmatig de nummertjes voor van de bingo, en de grijze deelnemers controleren gelaten hun briefjes. Niemand lijkt er echt iets aan te vinden. Ik dacht dit soort taferelen alleen in films voorkomt als stereotype van saai oud worden, maar het bestaat dus echt!
Ik ga in Bolnuevo eten bij een restaurant, waar ik volgens mij de enige gast ben die avond. De man die me bedient is ober, kok en vermoedelijk eigenaar in één. Hij is is heel vriendelijk, neemt de tijd om mijn handen-en-voeten-Spaans te begrijpen, lacht als hij eindelijk begrijpt dat ik vegetariër ben, en improviseert een heerlijke vegetarische schotel. Samen met Bicis Buru zorgt hij ervoor dat ik dit land eindelijk begin te waarderen. Gek dat dat in Spanje nog langer duurt dan in Marokko. Het is net op tijd: morgen gaan we naar het Catalaanse taalgebied!

11 december: Bolnuevo - Cartagena - Valencia

Met de fiets in de trein in Spanje is niet zo straightforward als sommigen denken, getuigen de ongedurige sms'jes van mijn ouders die me al een halve week vragen of ik al in Barcelona ben. Nee, zo gaat dat niet. In lange-afstandstreinen kan de fiets niet mee, alleen in de middenafstandstreinen oftewel Media Distancia. Of een trein in de reisplanner nou telt als Media Distancia is alleen te achterhalen door de merknaam van het diensttype (dingen als "Talgo", "Regional Express", "Altaria") op te zoeken op Wikipedia. Op veel trajecten rijdt maar één Media Distancia-trein per dag. En het mooiste is dat de reisplanner bijna niet met overstappen kan omgaan. Als er geen rechtstreekse trein is voor je reis, dan zegt de planner iets in de geest van "Nou, er is geen rechtstreekse trein, pech gehad. Misschien kunnen we iets heel speciaals gaan doen, dat heet overstappen, durf je dat te proberen?". En als je dan "ja" kiest, dan krijg je een slecht ontworpen en slecht afgewerkt scherm waarin je alle aansluitende treinen ziet, waaruit je er dan zelf eentje moet kiezen. Een reis met meer dan één overstap lijk je helemaal niet op de site te kunnen plannen.
Zo komt het dus dat ik steeds maar één trein per dag pak, en dat reizen met overstap zoals La Linea - Almería of Cartagena - Barcelona meerdere dagen duren. Ik vind het geen probleem, zo kom je nog eens in Granada of Valencia. Ook komt het zo dat ik de mogelijkheid om zonder te fietsen van La Linea bij de Franse grens te komen helemaal over het hoofd had gezien. Ik dacht dat hij niet bestond omdat geen van de aansluitende treinen in Granada bij iets beters dan Almería leek uit te komen. Maar blijkens een kaartje van het Media Distancia-netwerk dat ik in een trein zag, kun je met een overstap in Linares wel in Madrid komen, van Madrid in Zaragoza, en van Zaragoza bij de grens. Als ik het had geweten had ik het waarschijnlijk gedaan, maar achteraf had ik het Costa-fietsen met mooie landschappen en grappige bejaardencampings niet willen missen.

Dit verhaal dient om duidelijk te maken dat het niet verbazingwekkend is dat de enige trein die dag waarop fietsen mee kunnen vanuit Cartagena vertrekt om 16:38 des middags. Dan ben je om 20:40 in Valencia, en dan gaan er geen treinen meer naar Barcelona. De missie van deze dag was dus: 's morgens fietsen naar Cartagena, 's middags treinkaartjes voor de reis naar Barcelona regelen, en dan naar Valencia treinen.
Naar Cartagena is het nog maar zo'n 40 kilometer, maar er zit nog een vervelende pukkel in. Ik vervloek tijdens de beklimming alle auto's die hard voorbij zoeven.
Wat dat betreft: de meest in het oog springende verschillen tussen Europa en Marokko lijken door twee dingen te komen: de genderrollen en de mate van privé-autobezit. De buitenshuis werkende Europese vrouwen maken dat je in Europa wel vrouwen, maar geen kinderen op straat ziet. Heb je al eens stilgestaan bij de paradox dat het juist de "vrije" landen zijn die al hun onderdanen tussen hun vierde en hun zestiende opsluiten? En dat zij ouders die zich systematisch zouden verzetten met geweld van hun kinderen zouden beroven? De kind-loze drukte in Europese straten op een werkdag moet voor iedereen uit een niet-westerse samenleving totaal bizar lijken.
Het vrijwel universele privé-autobezit in Europa maakt dat de wegen op het platteland er kaal zijn: geen voetgangers, geen lifters, geen buurtwinkeltjes en marktjes bij iedere kruising. Wel is er overal autoverkeer. Je vraagt je in godsnaam af waar die auto's heen moeten: op een weg die enkel wat losse huizen ontsluit en verder totaal overbodig is ten opzichte van de parallelle snelweg, passeren je nog steeds iets van vier auto's per minuut. Wat dóen die klojo's hier? En maar lawaai maken en mij storen terwijl ik hier zit te sterven op die kuthelling...

Na de kuthelling volgen echter een tweede ontbijt en een afdaling waardoor ik me heel wat beter voel. Bergaf rol ik zo Cartagena in. Ik koop mijn treinkaartjes op het station - tot mijn opluchting kan die fiets inderdaad mee in de Regional Express, ik heb de Spaanse wikipedia dus goed begrepen - en google in het locutorio nog wat naar treinverbindingen vanaf Barcelona naar huis.
Het is ook een markant verschil tussen Marokko en Europa dat je hier diensten beter op internet kunt opzoeken en bestellen, terwijl in Marokko alles face-to-face gaat. Satcoma SATAS Voyageurs, de busmaatschapij waarmee ik naar Agadir reed en die lijnen door heel Marokko heeft, heeft niet eens een website. CTM heeft er wel een, maar mijn onderbuik zegt dat ik maar beter bij het busstation kan gaan informeren als ik iets zeker wil weten. In Europa is het omgekeerd: de ervaring leert dat lokettisten en callcentermedewerkers meestal naar dezelfde webinterface als jij zitten te kijken, zodat ze alleen maar een onhandige tussenstap zijn.

Na het internetten pak ik dan de trein. Het is jammer dat hij zo laat gaat, en morgen weer, zodat ik niet naar buiten kan kijken. Zo is het treinreizen alsnog een soort teleportatie waarbij je het tussenliggende land niet ziet. Ik had net zo goed kunnen vliegen. Misschien moet ik dan straks van Barcelona naar Parijs niet de nachttrein pakken, maar overdag reizen. Juist die stap is waarschijnlijk de grootste, waarbij je van een mediterraan klimaat via de Pyreneeën in de Noordwest-Europese kwakkelwinter uitkomt.
De teleportatie verloopt nog vrij aangenaam omdat ik aan de praat raak met een groepje rechtenstudenten dat naar een conferentie over intellectueel eigendom was geweest. Ik had ze met hun luidruchtige gesprek en te nette pakken eerst heel vervelend gevonden, maar na een gesprek over de cultuurverschillen tussen Nederland en Spanje en Italië ben ik helemaal bijgedraaid.

Ik had me een beetje zorgen gemaakt bij het idee in het donker in een onbekende grote stad een bed te moeten vinden, maar het was zo gepiept. Enige probleem was dat het hostal op de vijfde verdieping zit. De fiets ging in de lift naar boven, maar daarbij stond hij op zijn achterspatbord, en dat leek me niet voor herhaling vatbaar. De volgende dag zou het de trap worden!

12 december: Valencia

Het hostal was erg klein en de man die het runt is erg behulpzaam. Alle kamers zitten aan dezelfde gang met gedeeld sanitair, en er is een kleine gemeenschappelijke ruimte. Daarmee houdt het een beetje het midden tussen een backpackershostel en de hostals op het platteland, die niet de pretentie van luxe maar wel de afstandelijkheid van een hotel hebben.
Ik wilde het de man niet aandoen om in de kleine gemeenschappelijke ruimte mijn bagage op te slaan, dus droeg ik meteen 's morgens de fiets de vijf trappen af, en ging ik daarna met fiets en bagage en al de stad verkennen. Ik ben alle verplichte sights afgerend. Op sommige plekken hangt nog een beetje Arabische invloed. Bijvoorbeeld in dit houten plafond in de voor de rest gotische Llotja de la Seda:

Ook is er een grote markthal, waar vis en fruit en vlees en zelfs cosmetica worden verkocht, door allerlei op handelswaar gegroepeerde standjes. Het lijkt op de soeks van Marokko, maar dan ruim opgezet en met personeel dat het fruit met handschoentjes oppakt om het voor je in een zakje te stoppen, terwijl in Marokko zelfs het brood bij de bakker door iedereen wordt bepoteld om het beste uit te kiezen.

Daarna zenuwachtig het boekingsnummer van de Franse spoorwegen gebeld, waarop ik tot mijn opluchting een menu kreeg met een optie voor een engelssprekende mens, die voor mij snel een boeking regelde voor de middagtrein van de grens naar Parijs. Dan dik vijf uur in de trein naar Barcelona. Daar kwam ik om 22:10 aan en ik had nu vanuit Cartagena maar vast een overnachting geboekt in Hotel Transit, naast het station, en zoals de naam al aangeeft hebben ze goed door waarom mensen daar zouden willen overnachten. Geen opsmuk maar wel schoon en een snelle computer om te internetten.

Vandaag 's morgens verhuisd naar een naar verluidt leuk backpackershostel en Barcelona in gedoken, waarvan ik hierboven al verslag heb gedaan.

Ik hoop jullie allemaal gauw weer te zien in Nederland. Tot dan!